|
Woord vooraf |
|
|
I. |
DE GEMEENTEN EN DE ANDERE BESTUURSLAGEN |
|
Inleiding |
1. |
De invoering van het Decreet lokaal bestuur: het wettelijke en het werkelijke land |
1. |
Inleiding |
2. |
Evolutie van de organieke regelgeving |
3. |
Het lokale draagvlak |
4. |
De handhaving van organieke regelgeving |
2. |
Het bestuurlijk toezicht onder het Decreet lokaal bestuur |
1. |
Inleiding |
2. |
Tussen geven en nemen: het bestuurlijk toezicht in relatie tot de gemeentelijke autonomie |
3. |
Het bestuurlijk toezicht onder het Decreet lokaal bestuur |
4. |
Striktere termijnen en goedkeuringstoezicht |
5. |
Communicatie tussen het lokaal bestuur en de toezichthoudende overheid |
6. |
Dwangtoezicht |
7. |
Gemeente Voeren en de faciliteitengemeenten in de Vlaamse Rand |
8. |
Besluit |
3. |
Vlaamse Regiovorming tussen provincies en intergemeentelijke samenwerking. Op naar het ideale intermediaire schaalniveau? |
1. |
Inleiding |
2. |
Regiovorming volgens het Vlaams regeerakkoord 2019-2024 |
3. |
Regiovorming en het provinciale bestuursniveau |
4. |
Regiovorming en intergemeentelijke samenwerking |
5. |
Conclusie |
|
|
II. |
DE INTERNE ORGANISATIE VAN DE LOKALE BESTUREN ONDER HET DECREET OVER HET LOKAAL BESTUUR |
4. |
De politieke organisatie onder het Decreet lokaal bestuur |
1. |
Inleiding |
2. |
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn |
3. |
Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau |
4. |
Het bijzonder comité voor de sociale dienst |
5. |
De burgemeester |
6. |
De motie van wantrouwen |
7. |
De districten |
8. |
De mandatarissen |
9. |
De specifieke bepalingen voor de gemeente Voeren en de zes Vlaamse randgemeenten |
5. |
De ambtelijke organisatie |
1. |
Een blauwdruk van de ambtelijke organisatie |
2. |
De decretale graden |
3. |
Het managementteam |
4. |
Het gemeentepersoneel |
|
|
III. |
OMGAAN MET SCHAALPROBLEMEN EN SPECIALISATIE |
6. |
Gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen |
1. |
Inleiding |
2. |
Krachtlijnen Decreet lokaal bestuur |
3. |
Gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen: analyse |
7. |
De verenigingen en vennootschappen voor maatschappelijk welzijn |
1. |
De verenigingen en vennootschappen voor maatschappelijk welzijn: situering |
2. |
De verenigingen en vennootschappen voor maatschappelijk welzijn: analyse |
8. |
Fusies tussen gemeenten onder het Decreet lokaal bestuur |
1. |
Inleiding |
2. |
Het proces tot vrijwillige samenvoeging van gemeenten onder het Decreet lokaal bestuur |
3. |
De nieuwe gemeente |
4. |
Toepassingsgebied van de bepalingen over de vrijwillige samenvoeging van gemeenten |
9. |
Intergemeentelijke samenwerking |
1. |
Inleiding |
2. |
Krachtlijnen onder het Decreet lokaal bestuur |
3. |
Intergemeentelijke samenwerking: organiek kader en analyse |
|
|
IV. |
DE VLAAMSE GEMEENTEN EN HUN INWONERS |
10. |
Burgerparticipatie en het Decreet lokaal bestuur. Een gelegenheid om menselijke kwaliteiten in verbinding te brengen met de publieke zaak? |
1. |
Inleiding |
2. |
Algemene verplichting om een participatiebeleid te voeren |
3. |
Visievorming |
4. |
De participatieinstrumenten in het Decreet lokaal bestuur |
5. |
Informele participatie |
6. |
Participatiereglement |
7. |
Conclusies |
11. |
Het verdwijnen en verschijnen van het substitutierecht |
1. |
Inleiding |
2. |
De pogingen tot afschaffing van het substitutierecht |
3. |
Believers en non-believers |
4. |
Het (her)verschijnen van het substitutierecht |
5. |
De draagwijdte van de standstill-verplichting |
6. |
Het substitutierecht in het licht van de bestuurlijke handhaving |
7. |
Poging tot compromis |
8. |
Slotbeschouwingen |
|
|
|
|